Historie

In het jaar 1711 werd er in Holtum een broederschap opgericht onder bescherming van St. Martinus. Destijds fungeerde hier Wilhelmus Rullenreadt, pastoor van 1703 tot 1730. In 1744 is deze broederschap met voorkennis van geestelijke en wereldlijke overheid getekend en gezegeld. Hiervan is een akte opgemaakt.

 

Wie was deze wereldlijke overheid?

Dit was van 1717 tot 1758 Herman-Frans-Dominique, graaf van Leerode, Heer van Born, Ambtman van Born-Sittard en Millen. De akte die destijds is opgemaakt, is zoek, verbrand, vernietigd, wij weten het niet; maar er is er een geweest.

 

In 1791 vinden we de eerste geschreven letters. Deze waren  moeilijk leesbaar, maar met behulp van drs. J. Gerits, historicus te Spaubeek, en vertaalt door H. van Sloun, oud leraar van de M.A.V.O. te Born, hebben we ze kunnen weergeven. Duits was in die tijd de voertaal. Hetgeen heel begrijpelijk was, want het was immers Gulicks gebied. Eigenlijk is het ook niet belangrijk wie het geschreven heeft, maar dat het geschreven is.

 

De oude broederschappen hadden een diepe religieuze grondslag, maar waren op militaire leest geschoeid. De heren officieren (bestuur) kochten hun plaatsen met amen bier en kannen brandewijn.

 

"Aam bier":

'n Aam bier was een oude inhoudsmaat. De Grootte wisselde al naar gelang land, stad of gewest. Vermoedelijk werd hier de Rijnlandse aam gebruikt, deze was onderverdeeld in vier ankers.

Voor het laatst in 1890 koopt Nicolaas Welters de kapiteinsplaats (voorzitter) voor het destijds aanzienlijke bedrag van f 500,- ( €4000,-), Jan Ophelders koopt de luitenantsplaat voor f 300,- (€2500,-). Tot ongeveer 1918 blijft deze toestand bestaan; dan komt er een tijd van teruggang. Maar het broederschap blijft  bestaan, ondanks het feit dat er weinig leden zijn.

(geschreven door Jo Geurts, Jubileumgids, 1988)

 

Herkomst van onze oudste bescheiden:

Omstreeks 1854 herschreef J.H.Lendfers het reglement en een aantal voorvallen, welke zich destijds in het broederschap voordeden. Twee in varkensleer gebonden boekjes zijn bewaard gebleven, maar een lange tijd waren zij spoorloos, todat het boek "Born een koninklijk domein met een boeiend verleden" werd samengesteld.

 

Mevr. G. Mains-Ophelders (dochter van Johannes Ophelders, beter bekend onder de naam Sjang de pap, geb. 30 oktober 1896, overleden op 6 januari 1945 en Maria Moling, geb. 23 sept 1871, overleden 27 januari 1959) vertelde aan haar zoon H. Mains dat oom Marteng (J.van Eys) twee boekjes in zijn bezit had welke over het broederschap geschreven zijn.

Met deze kennis zijn H.Mains(†) en J.Geurts (†) de eigenaar van de boekjes gaan opzoeken. De brandende vraag was: "Hoe bent u in het bezit gekomen van deze exemplaren?"

Op 6 jan 1945 overleed J. Ophelders te Geleen. Enkele  weken na dit overlijden, bij het in orde brengen van de papieren, kwamen de bewuste boekjes te voorschijn. Aangezien zij lezen noch schrijven kon, wilde zij deze weggooien. Dhr. v Eys heeft deze toen aan zijn schoonmoeder gevraagd en gekregen: niet wetende welke historische waarde hij toen in bezit kreeg.

Op 17 maart 1977 heeft hij deze boekjes overhandigd aan ons broederschap.